Numeri 13:28 Maar daar staat tegenover dat de bevolking van dat land sterk is. De steden zijn versterkt en heel groot, en ook hebben we er Enakieten gezien.
Er zijn twee soorten “maren”, de “maar” van de mens en de “maar” van God. Vandaag kijken we naar de menselijke maar, morgen naar de God-maar.
De menselijke maar gaat uit van natuurlijke omstandigheden en van onze eigen ervaring. Wanneer God belooft dat we een land van succes kunnen innemen, hoewel er reuzen wonen, dan vertrouwen we niet op wat Hij zegt maar op onze eigen beperkte gedachten. We denken natuurlijk in plaats van bovennatuurlijk. Het Nieuwe Testament zegt dat ons natuurlijke verstand vijandig gezind staat tegenover God en de dingen van God niet kan begrijpen. Er wordt toegevoegd: maar wij hebben het verstand van Christus (1 Kor. 2:14-16).
In je eigen denken kom je er nooit uit. Hoe begin je dan als Christus te denken? Door een keer iets te doen wat Hij zegt, uit te stappen, en dan te kijken wat er gebeurt. Door jezelf meer te overladen met het woord van God dan met de woorden van de wereld. Als wij de hele week televisie kijken en vervolgens worden uitgedaagd om God ergens in te vertrouwen dan zijn onze gedachten gevuld met werelds denken. Als wij daarentegen de hele week meer naar Gods woord hebben geluisterd dan naar de televisie, door tijd met Hem door te brengen in gebed en Bijbel, dan gaan onze gedachten zich vormen naar Zijn gedachten. Dan gaan we zelfs Zijn stem herkennen. Dan worden we als Jozua en Kaleb, die de wereld helpen met de God-maar. Daarover morgen meer…