Exodus 5:1 Hierna gingen Mozes en Aäron naar de farao, en zeiden tegen hem: ‘Dit zegt de Heer, de God van Israël: Laat mijn volk gaan, om in de woestijn ter ere van mij een feest te vieren.’
Ik weet niet goed waar Mozes en Aäron het woord ‘feest’ vandaan hebben, want God had gezegd dat ze het over ‘offers’ moesten hebben (Exodus 3). In vers 3 geven ze dat ook aan bij de farao als deze zegt geen noodzaak te zien omdat hij God niet kent.
Nu weet ik niet wat jouw gevoel bij de woorden ‘offer’ is en bij ‘feest’ maar op de een of andere manier lijken deze niet helemaal te matchen. Toch passen deze helemaal bij elkaar en bij God. Misschien ken je God nog niet zo goed.
Pas ná de uittocht richting het beloofde land stelt God regels op mbt het offeren en het vieren van feesten. God is een God van feesten. Hij wil dat we allerlei zaken uit ons leven met elkaar en Hem vieren. Het is geweldig om God te kennen, elkaar te kennen en het gezamenlijke leven te vieren. Daarvoor moet wel een feestje georganiseerd worden en daar offeren we met elkaar voor. Elk feest dat we geven kost ons iets qua tijd, creativiteit, inspanning, goederen en geld. Toch heb ik nog nooit iemand horen zeggen dat het feest een enorm offer was omdat we dit graag doen. En toch offeren we voor dit feest.
Mozes en Aäron hadden het dus helemaal bij het juiste eind toen ze zeiden dat ze in de woestijn een feest voor God wilden vieren.