Matteus 26:6-12 Toen Jezus in Betanië …… aanlag voor een maaltijd, kwam er een vrouw naar hem toe. Ze had een albasten flesje met zeer kostbare olie bij zich en goot die uit over zijn hoofd. De leerlingen ergerden zich toen ze dit zagen en zeiden: ‘Wat een verspilling! Die olie had immers duur verkocht kunnen worden, dan hadden we het geld aan de armen kunnen geven.’ Jezus hoorde het en zei: ‘Waarom vallen jullie deze vrouw lastig? Zij heeft iets goeds voor mij gedaan. Want de armen zijn altijd bij jullie, maar ik zal niet altijd bij jullie zijn. Door die olie over mij uit te gieten, heeft ze mijn lichaam voorbereid op het graf.
Zoals je gisteren heb kunnen lezen (http://www.bijbelkracht.nl/2013/01/08/olie-bijvullen/) is olie belangrijk in je leven. Olie staat in de Bijbel vaak voor de Heilige Geest. Zoals olie smeert en soepeler maakt hebben wij ook de Heilige Geest nodig in ons leven.
Regelmatig denk ik het beter te weten dan God. Ik denk dan dat het verspilling is om Zijn Geest zo overvloedig over mijn leven uit te storten. Niet omdat ik dat niet plezierig vindt of niet nodig zou hebben maar omdat ik denk dat er meer mensen om mij heen zijn die Zijn Geest ook goed kunnen gebruiken. Zij kunnen het goed (zo niet beter) gebruiken en ik gun het hen van harte. Beter meer mensen iets minder dan één alles. Dit is een beperking in mijn denken omdat Gods Geest overvloedig aanwezig is voor iedereen. Daarnaast gebruikt Hij Zijn Geest om ons bereidt te maken helemaal te sterven aan ons zelf. Alleen dan kan God ons volledig gebruiken voor Zijn plan voor ons leven en de wereld om ons heen.
Laten we openstaan voor en vragen naar een ‘verspilling’ van Zijn Geest op ons leven zodat we helemaal voor Hem durven gaan.