Numeri 11: 14 en 16 Ik kan niet alleen voor dit hele volk zorgen, die last is veel te zwaar! Toen zei de Here tegen Mozes: Ontbied zeventig leiders van Israël voor Mij. Breng hen naar de tabernakel en laten ze bij u gaan staan.
‘Dit kan ik allemaal niet! Het is veel te moeilijk!’ Kreten die denk ik wel herkenbaar zijn voor velen, ook zo voor Mozes. Hij zat met zijn handen in het haar. Het hele volk staat uitgebreid voor zijn tent te klagen. Hij voelde zich als een vader die zijn zeurende kind zoet moest houden en was er niet over te spreken. ‘God, het was uw idee om weg te gaan uit Egypte, en dan sta ik met de gebakken peren. Ik kan en wil dit probleem niet in mijn eentje oplossen!’.
Misschien hoopte hij op een wonderbaarlijke goddelijke interventie. Een vuur uit de hemel of een vlammende engel die te hulp schiet en die een oplossing bied voor zijn probleem. Deze goddelijke interventie komt later in het hoofdstuk in de vorm van duizenden vogels. Maar voordat God dat doet geeft hij een super praktische en menselijke opdracht. Hij zegt simpelweg: ‘Je hebt een probleem? Stel andere leiders aan en deel je probleem met hen, dan sta je er niet langer alleen voor.’ God gaf niet meteen een oplossing voor het probleem maar hij zorgde er eerst voor dat de last beter te dragen was voor Mozes.
Hoe mooi is het dat God ons heeft gemaakt als sociale wezens. Het is fijn dat we antwoorden en rust kunnen vinden bij God. Maar laten we niet vergeten dat we in een gemeenschap zijn geplaatst voor een goede reden. Deel je last met een ander, lucht je hart. Dit zorgt misschien niet meteen voor een oplossing voor je probleem, maar het ontlast wel je schouders zodat je het probleem beter aankan.