Spreuken 9:10 Wijsheid begint met ontzag voor de HEER, inzicht is vertrouwdheid met de Heilige.
De jaren wordt ik steeds vaker aangesproken met ‘meneer’ of met ‘u’. Ik betrap mij er zelf op dat ik dan het gevoel krijg van afstand: er zit een leeftijdsverschil of gelijkheidsverschil tussen. Ik haast mij dan om te zeggen dat ze gewoon ‘je’ en ‘jij’ mogen zeggen om de afstand weer te verkleinen. Aan de andere kant ben ik zelf ook opgevoed met het ‘u’ zeggen en dat had niets met afstand, maar met respect te maken. Er zit dus een verschil in beleving.
De schrijver van de spreuken zit ook in zo’n verschil in beleving. Aan de ene kant is God heilig en moeten we ontzag hebben voor God. We moeten beseffen dat Hij de Schepper is van alles, het begin en het einde van alles, een eeuwig God, een Almachtig God een God die Heilig is en waar wij moeten begrijpen dat er een afstand bestaat tussen God en mensen. Maar aan de andere kant spreekt de schrijver van vertrouwdheid (wat een geweldig mooi woord). Dat betekent dat we God van heel dichtbij mee mogen maken. Hij nodigt ons uit aan Zijn tafel en in Zijn aanwezigheid. Wij mogen meekijken en zien wie God is, wat Hij doet en wat Hij zegt. Bekend raken met Gods karakter en Zijn gewoontes door in Zijn aanwezigheid te zijn.
Als we God van dichtbij meemaken verdwijnt de afstand terwijl het respect blijft. Dan begrijp je dat het wijs is om eerst voorzichtig met gepaste afstand God te laten spreken en te handelen zodat we beter begrijpen wie God is en dichter bij Hem kunnen komen in Zijn vertrouwdheid.