Ezechiël 37: 4-5, 7a Toen zei hij: ‘Profeteer, en zeg tegen deze beenderen: “Dorre beenderen, luister naar de woorden van de HEER! 5 Dit zegt God, de HEER: Beenderen, ik ga jullie adem geven zodat jullie tot leven komen. (…) Ik profeteerde zoals mij was opgedragen. Zodra ik dat deed hoorde ik een geluid (…)

Ezechiël wordt langs dorre beenderen geleid. God vraagt hem of hij denkt dat er nog leven in kan komen. Vervolgens geeft God hem een opdracht: “spreek Mijn woorden tegen de beenderen en ze zullen opstaan en leven”.

Wie heeft de Woorden van leven? God.
Wie moet de Woorden spreken? Ezechiël.

Vaak denken wij dat als God de oplossing heeft, Hij dan ook de oplossing moet bewerken. Maar zo is het niet. God werkt door ons heen. Hij gebruikt onze eigen stem om Zijn woorden te spreken, zodat ze scheppen wat er nog niet is.

Wanneer wij zwijgen verandert er niets. Wanneer wij spreken verandert alles. Profeteer dus zelf over de dorre beenderen die je ziet liggen. Zodra je dat doet zul je het merken: “er komt beweging, ik hoor wat, ik zie wat gebeuren”.

Profeteer. Hoor. Zie.