Marcus 5:41 Hij pakte de hand van het kind vast en zei tegen haar: ‘Talita koem!’ In onze taal betekent dat: ‘Meisje, ik zeg je, sta op!’
Jaïrus smeekte Jezus dringend: ‘Mijn dochter ligt op sterven; kom haar de handen opleggen om haar te redden en te zorgen dat ze in leven blijft.’ (vs 23).
Als ik het verhaal verder lees voel ik eigenlijk een soort noodzaak om hardop te roepen “mensen aan de kant, Jezus heeft nu echt iets belangrijkst te doen!”. Elke hindering maakt dat de kans groter wordt dat het meisje dood gaat. En ja hoor …… door de menigte is Jezus dan inderdaad niet op tijd en is het meisje al overleden. Maar dan gaat Jezus aan de slag…
Jezus leert mij om verder te kijken. Om bovenmensenlijk te denken en te geloven dat, ondanks mijn menselijke beperkingen, er niets onmogelijk is. Jezus heeft de mogelijkheid om dingen die (ogenschijnlijk) dood zijn weer tot leven te brengen. Mensen waarvoor ik al de hoop heb opgegeven en mijn hoop dood voor is, dromen die ik had maar niet uitgekomen zijn, bergen die zo hoog zijn dat ik er maar niet aan begonnen ben… ….
Jezus zegt tegen jou: ’jongen, meisje, IK zeg je, sta op! Pak die dromen op, blaas ze nieuw leven in. Ga weer geloven dat het onmogelijke mogelijk is in jouw gezin, bij je buren, je collega’s. Ga aan de slag en beklim en overwin die berg, want Jezus zegt het. STA OP! Blijf niet voor dood liggen, maar kom in actie en begin weer te leven.