Daniel 3:16-18 Sadrach, Mesach en Abednego zeiden hierop tegen de koning: ‘Wij vinden het niet nodig, Nebukadnessar, uw vraag te beantwoorden, want als de God die wij vereren ons uit een brandende oven en uit uw handen kan redden, zal hij ons redden. Maar ook al redt hij ons niet, majesteit, weet dan dat wij uw goden niet zullen vereren, noch zullen buigen voor het gouden beeld dat u hebt opgericht.’
Afgelopen week sprak ik een kennis van mij over het samenbrengen van ouderen en jongeren op een jongerenavond waar de vraag werd gesteld: ‘wat zou je overdoen als je weer jong was en wist wat je nu wist?’ Ik hoefde daar niet lang over na te denken. Ik zou veel radicaler voor God leven dan ik heb gedaan. Dat komt omdat je door kleine geloofstapjes te nemen leert dat God te vertrouwen is. Mijn ervaring met God leert dat God enorm goed voor mij heeft gezorgd en nog steeds zorgt.
Eigenlijk zie je dit ook in het Bijbelboek Daniel. Dit boek bevat in ieder geval twee verhalen die ik als kind erg fascinerend vond. De eerste was Daniel in de leeuwenkuil en de tweede was de vrienden van Daniel in de brandende oven.
Ook al zijn dit verhalen van Gods grootheid, ze beginnen met een onwrikbaar vertrouwen van Daniel en zijn vrienden in God. Dat vertrouwen hebben ze niet geleerd op dat ene moment, maar door talloze momenten samen met God. Daardoor kunnen ze ook zeggen wat ze zeggen in bovenstaande tekstgedeelte.
Leer op God te vertrouwen door telkens kleine stapjes in geloof te nemen. Als je terug kijkt, zal je zien dat je geloof en vertrouwen in God enorm gegroeid is.