2 Samuel 5:10 en 12 In de loop der tijd werd David steeds machtiger, want de HEER, de God van de hemelse machten, stond hem terzijde. … David besefte dat de HEER hem als vorst over Israël had aangesteld, en hem ten behoeve van Israël, zijn volk, tot een machtig koning had gemaakt. Er is […]
Rechters 7:2 Toen zei de HEER tegen Gideon: ‘Het leger dat je bij je hebt is te groot. Ik lever de Midjanieten niet aan jullie uit, want ik wil niet dat Israël zich erop beroemt dat het zich op eigen kracht heeft bevrijd. Als we spreken over leiderschap in de wereld gaat het om het […]
Leviticus 7:32 De rechterachterbout moet apart gehouden worden en aan de priester worden geschonken als zijn aandeel in jullie vredeoffer; Na zeven hoofdstukken over de regels mbt het offeren valt mij op dat er regelmatig aangegeven wordt dat een deel van het offer voor de priesters bestemd is. De priesters hadden geen grond toebedeeld gekregen […]
1 Korinthiërs 9:27 Ik hard mezelf en oefen me in zelfbeheersing, want ik wil niet aan anderen de spelregels opleggen om uiteindelijk zelf te worden gediskwalificeerd. Als leider weet je dat mensen achter je aankomen. Als je namelijk achterom kijkt en er is niemand die jou volgt, ben je geen leider. Als je dan weet […]