Job 19:25 Ik weet: mijn redder leeft, en hij zal ten slotte hier op aarde ingrijpen.

Veel mensen vragen zich af, “als er een God is, waarom grijpt Hij dan niet in op deze aarde?”

Een begrijpelijke vraag, en een die uitgaat van een bepaald beeld van God. Het (wereld)beeld dat wij hebben bepaalt hoe wij denken over God, onszelf en de wereld. In een wereldbeeld waarin God een soort “superman” is die overal op aarde brandjes komt blussen, is de vraag begrijpelijk “waarom grijpt God niet in als er problemen zijn”.

De vraag die we moeten stellen is of dat beeld van God klopt met wie God werkelijk is, en zegt te zijn. De God van de Bijbel kennen we namelijk als iemand die de mens autoriteit heeft gegeven om op aarde gezag en recht uit te oefenen (weliswaar vanuit gebed en relatie met God). Wat wij mensen daarmee doen, is niet aan God, maar aan de mensen. Wij hebben vrijheid om goed te doen, of kwaad te doen. Om te haten, of om lief te hebben.

Vraag jezelf eens af: als God zou ingrijpen bij problemen, waar zou het eind dan zijn? Dan wordt de aarde een soort poppenkast en zijn wij poppen aan een touwtje. In werkelijkheid kan God pas echt ingrijpen als Hij overal ingrijpt. Door opnieuw te beginnen, met een nieuwe aarde. En dat gaat Hij doen. Niet nu – maar wel ten slotte.