Leviticus 5:17 Ieder die ongehoorzaam is aan de wet van God zonder het zich bewust te zijn, is toch schuldig en moet een offer brengen, waarvan de waarde is geschat.
Stel, je gaat op vakantie naar Duitsland in de winter, en het sneeuwt. Maar je weet niet dat in Duitsland winterbanden verplicht zijn bij winterse omstandigheden. Je rijdt lekker naar je vakantiebestemming toe, alles gaat goed, de wegen zijn sneeuwvrij. Maar vlak voor het bungalowpark word je aangehouden door de politie. “Meneer, we doen een check op winterbanden.” “Winterbanden?” “Ja, die zijn hier in Duitsland verplicht in de winter, als het sneeuwt.” “O, maar dat wist ik niet.” “Dat maakt niet uit meneer. Of u het weet of niet, u bent toch schuldig, uw boete bedraagt € 45”.
Zomaar een gesprek die sommige Nederlanders misschien wel eens hebben gevoerd. Je hebt iets fout gedaan volgens de regels in een land, terwijl je je er niet bewust van was. Ben je dan schuldig? Hoewel het oneerlijk kan voelen, is de vraag of het oneerlijk is. Je had immers de regels van het land kunnen uitzoeken voordat je op vakantie ging. Je bent verantwoordelijk.
Dit is precies hoe het zit tussen ons en God. Veel mensen vinden dat ze vanwege hun goede gedrag in de hemel zouden moeten komen. Wat we niet weten is dat we toch schuldig kunnen zijn, of we het nu beseffen of niet.
Elke schuld heeft een prijs. In het geval van (geen) winterbanden in Duitsland is die boete € 45. En de prijs voor onze schuld met God? Die betaalde Jezus met zijn eigen leven. Zoveel schuld hadden wij voor God. Zoveel vindt God jou waard.
Maar als je dát niet weet, hoe kun je die prijs dan innen?
Laten we het van de daken schreeuwen: “Je bent toch schuldig, maar Jezus heeft de prijs betaald!”