Genesis 22:3-4 De volgende morgen stond Abraham vroeg op. Hij zadelde zijn ezel, nam twee van zijn knechten en zijn zoon Isaak met zich mee, hakte hout voor het offer en ging op weg naar de plaats waarover God had gesproken. 4 Op de derde dag zag Abraham die plaats in de verte liggen.
Een paard dat ‘gebroken’ is in totale overgave aan de baas. Wanneer de baas zegt ‘links’, dan gaat het paard links; wanneer de baas zegt ‘rechts’ dan gaat hij rechts. Het paard volgt niet zijn eigen mening of verstand, maar vertrouwt zijn baas volledig, ook als hij het grote plaatje niet ziet.
Hier lezen we een van de meest indrukwekkende verhalen van gehoorzaamheid en totale overgave uit de Bijbel. Het gaat over een man die over een periode van 25 jaar gebroken werd tot een compleet vertrouwen op God.
Dit complete vertrouwen blijkt uit het feit dat wanneer God van hem vraagt zijn zoon te offeren (Gen. 22:1-2), we van hem de volgende reactie zien. Ten eerste staat Abraham de volgende ochtend vroeg op. Hij ligt niet te dralen en te draaien maar hij zet zijn wekker alsof hij een vliegtuig heeft te nemen op weg naar een belangrijke vergadering. Vervolgens lezen we dat hij pas na drie dagen reizen zijn eindbestemming ziet liggen. Abraham heeft dus drie dagen ‘bedenktijd’. Al die tijd zien we geen spoortje angst, twijfel of onbegrip. Hij is op weg gegaan zonder enige terughoudendheid en keert niet op zijn schreden terug.
Abraham is een man die lang moest wachten op de belofte. Van lang wachten kun je moe worden. Abraham werd er niet alleen moe van, maar het brak hem. Aan het eind van die 25 jaar ontvangt hij de belofte. Hij is dan volledig overgegeven aan God. Zo compleet is zijn vertrouwen geworden, dat hij op scherp staat om te doen wat God ook van hem vraagt. Want hij weet dat de baas altijd het grote plaatje ziet.