Psalm 46:2 God is voor ons een veilige schuilplaats, een betrouwbare hulp in de nood.
Waarschijnlijk heb je dat wel eens meegemaakt: je bent aan het wandelen in de natuur en de lucht wordt steeds grauwer, donkerder en dreigender. Je hoopt, tegen alle realiteit in dat je nog op tijd thuis bent voordat de enorme bui losbarst … en dan begint het voorzichtig te regenen. Je rent naar de bosrand als het al iets harder regent. Maar gelukkig staat daar een vervallen boshutje. Nu breekt de stortbui los en je komt erachter dat het boshutje aan alle kanten lekt. Je bent doorweekt.
Er is een verschil tussen een ‘schuilplaats’ en een ‘veilige schuilplaats’; een ‘hulp’ of een ‘betrouwbare hulp’. God is zo’n betrouwbare hulp en veilige schuilplaats. Als je naar Hem toe rent in dreigende omstandigheden, dan kan de wereld om je heen in beroering zijn, maar bij God ben je veilig. Hij heeft geen lekkend dak, dunne wandjes of scheuren in Zijn fundament. Hij is een sterke vesting, een vaste burcht. God heeft telkens net dat stukje extra wat andere hulpen, burchten, schuilplaatsen en vestingen missen.
Waarom zou je niet naar Hem rennen voordat de storm in je leven losbreekt. Hij is veilig en betrouwbaar.