Genesis 17:17-18 Abraham liet zich weer voor de Here op de grond vallen en dacht lachend bij zichzelf: ‘Hoe kan een man van honderd jaar vader worden en een vrouw van negentig jaar nog een kind krijgen?’ 18 En hij zei tegen de Here: ‘Och Here, het zou al mooi zijn als uw belofte voor Ismaël zou gelden.’
Heb je ook wel eens een belofte van God gekregen die zó belachelijk leek? Er kan bijna niets belachelijker zijn dan de belofte die Abraham ontving: ‘Je wordt vader van een kind wanneer jij honderd bent, en je vrouw negentig’.
Daarom lachte Abraham. En verwaterde hij de belofte tot wat hij dacht dat mogelijk was: ‘Het zou al mooi zijn als uw belofte voor Ismaël zou gelden’.
Maar dat was niet mooi. Het was niet Gods plan.
Hoe vaak verwateren wij Gods beloften voor ons omdat ze belachelijk lijken? Hoe vaak horen wij onszelf zeggen: “God zei dit, maar Hij bedoelt vast ….” (vul een kleine gemene deler in).
Soms zijn Gods beloften zó verreikend, dat er onverdeeld, onverdund geloof nodig is om ze te pakken. Geloof dat niet gemengd is met een dosis “common sense” of “God zal wel dit bedoelen”. Maar geloof in het feit dat God is wie Hij zegt dat Hij is, en doet wat Hij zegt dat Hij zal doen. Dat is rotsvast geloof. Dat geloof komt door niet te settelen voor de kleine gemene deler, en door te weigeren menselijk te denken over iets dat goddelijk is.
Er is een troost voor ons: Abraham werd later door God geroemd om zijn geloof. Als we sóms in menselijke termen blijven denken, dan nog is verwaterd geloof beter dan helemaal geen geloof.