Genesis 43:8-10 Juda zei tegen zijn vader: ”Geef de jongen nu maar aan mij mee, dan kunnen we vertrekken en hoeft niemand van ons om te komen, wij niet, u niet en onze kinderen niet. Ik wil persoonlijk borg voor hem staan, u mag mij verantwoordelijk voor hem stellen: als ik hem niet veilig hier bij u terug breng, mag u mij dat mijn leven lang aanrekenen. We hebben nu al zo lang gewacht dat we in die tijd wel twee keer op en neer hadden kunnen gaan.”
In het verhaal in Genesis is het Juda die zijn vader vraagt of hij ,mag gaan. Hij stelt zich borg voor een ander.
We zitten op dit moment in de veertigdagentijd voor Pasen. Ik kan mij zo voorstellen dat als we God kennen als een God van liefde Jezus in de hemel regelmatig heeft gevraagd: “Vader, mag ik nu gaan? Ik stel mijzelf borg voor de mensheid.” Toch heeft God lang gewacht voordat Hij zijn Zoon stuurde naar de wereld. Mogelijk heeft Jezus ook wel gezegd: “Ik had in die tijd wel twee keer op en neer kunnen gaan.” Toch heeft God gewacht tot de juiste tijd.
Vaak zijn we ongeduldig als het gaat om iets wat we graag willen. We begrijpen vaak niet waarom iets zo lang duurt. Ook ik heb God wel eens gevraagd waarom bepaalde dingen, die ik graag wil, zo lang duren. God wacht echter op het juiste tijdstip. Hij weet wat nodig en noodzakelijk is op elk tijdstip. Soms duurt wachten lang en hadden we vlgs mij wel al twee keer heen en weer kunnen zijn. Toch is God is nooit te vroeg en nooit te laat, maar precies op tijd. Wacht op Zijn tijd.
One thought on “Wachten op Zijn tijd”
🙂 Bedankt!
Comments are closed.