Psalm 150 3:5 HSV Loof Hem met geschal van de bazuin, loof Hem met luit en harp. Loof Hem met tamboerijn en reidans, loof Hem met snarenspel en fluit. Loof Hem met helder klinkende cimbalen, loof Hem met luid klinkende cimbalen.
Loof Hem.
Best een gek woord; Loof. Niet echt een woord die we nu dagelijks gebruiken. Het betekend ook wel ophemelen. Kijk daar kan ik wat mee. Ophemelen, oftewel iemand de hemel in juichen. Dat doe je over het algemeen als je vind dat iemand iets heel erg goeds gedaan heeft. Iets waarvan je behoorlijk onder de indruk bent.
In deze psalm gaat het daar ook over. Er wordt nogal wat uit de kast getrokken om Hem de hemel in te juichen. Bazuin, luit en harp. Tamboerijn, snarenspel (hadden ze toen al piano’s?) heldere cimbalen en luide cimbalen. KEBAM! De hele fanfare komt hier zowat voorbij.
Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik kan soms behoorlijk onder de indruk zijn van God. Van wie Hij is en wat hij gedaan heeft en nog steeds doet. Snappen doe ik het niet altijd. Maar knap vind ik het wel.
Ik zing graag heel hard naar Hem. Dat is onze manier. Vinden we leuk en gezellig.
Misschien doe jij dat ook of op een andere manier. Misschien weet je geen goede woorden (of zing je niet zo graag) dan roep je maar, lekker hard, net als Meneer Martien Meiland:
Wat GÓÓÓÓED!!!