Jakobus 4:11-12a Spreek geen kwaad van elkaar, broeders en zusters. Wie kwaadspreekt van een ander of een ander veroordeelt, spreekt kwaad van de wet en veroordeelt de wet. En als u de wet veroordeelt, handelt u niet naar de wet, maar treedt u op als rechter. 12 Er is maar één wetgever en rechter…

In Nederland is er scheiding tussen de wetgevende macht en de rechterlijke macht. Rechters gaan uit van de wet die door de overheid is bepaald. Zij spreken recht door te (be)oordelen of mensen of organisaties zich aan die wet hebben gehouden. Maar zij maken niet zelf de wet. Zij mogen wel een oordeel uitspreken.

Wij kunnen vaak gemakkelijk ons oordeel klaar hebben wanneer het gaat om andere mensen. Door kwaad te spreken of iemand te veroordelen doen we net alsof wij de wet hebben bedacht – en spelen we meteen voor rechtertje.

In de Bijbel leren we om anderen niet te veroordelen. De apostel Paulus zegt dat hij zelfs zichzelf niet beoordeelt (1 Kor 4:3-4) maar dat hij het oordelen aan God overlaat.

Er is er maar een die de Wet heeft bedacht – en die zelf de Rechter is. Laten wij niet op die stoel gaan zitten.