Psalmen 51:9-10 HTB ‘Wilt U met hysop de zonde van mij afwassen, dan zal ik helemaal schoon zijn. Als U mij wast, ben ik witter dan sneeuw. Wilt U mij weer blijdschap en echte vreugde geven? Mijn lichaam en mijn ziel zijn terneergeslagen, maar U kunt mij weer oprichten en U laten prijzen.’
Best wel interessant dat er in de psalmen, wordt gesproken over sneeuw. Als ik aan Israël denk dan denk ik aan de zon en niet aan sneeuw.
Dus als er hier wordt geschreven dat God ons witter dan sneeuw wast, als we gezondigd hebben, dan is dan niet alleen speciaal maar veel meer dan speciaal. Het is uniek.
Iedereen heeft wel eens gezondigd. En soms kan je je er verdraaid rot over voelen. Maar hier staat, dat als je komt en vraagt of Hij je zonde wilt weghalen, dat hij dat doet. En op wat voor manier?!?
Je bent niet alleen schoon maar je wordt weer op beide voeten neergezet, je kan je rug weer rechten. Je wordt vervuld van echte vreugde en je kunt niet anders dan hem prijzen.
Hoe zie jij er uit? Witter dan sneeuw? Of is het tijd dat je weer naar Hem toe gaat?