Daniël 6:26-27 Daarop schreef koning Darius aan alle volken en naties, welke taal zij ook spraken en waar ter wereld zij ook woonden: ‘Moge uw voorspoed groot zijn! Hierbij beveel ik dat iedereen in het machtsgebied van mijn koninkrijk eerbiedig ontzag moet tonen voor de God van Daniël. Want Hij is de levende God die bestaat in eeuwigheid. Zijn Koningschap gaat nooit te gronde en Zijn heerschappij is zonder einde. Hij redt en bevrijdt, geeft tekenen en doet wonderen in de hemel en op aarde; Hij heeft Daniël uit de klauwen van de leeuwen gered.’
Oké even de situatieschets: Daniël was in een kuil met leeuwen gegooid. En nee, niet om vrolijk met de leeuwen te gaan spelen. Uiteraard was hij daarin gegooid met als doel opgegeten te worden met huid en haar. Koning Darius was de boosdoener en had hiertoe het bevel gegeven. Alle natuurwetten zorgen ervoor dat we niet hoeven te raden naar de uitkomst: Daniël gaat dit never nooit overleven. Wat is het dan wonderlijk dat deze geschiedenis tóch een ander einde heeft: Daniël komt er ongeschonden uit. Koning Darius is ondersteboven, wat een wonder! De God van Daniël heeft hem gered, dat is toch wel echt een God om voor te buigen. En dat laat hij aan iedereen weten.
Geraakt door een wonder. En toch… In zijn brief schrijft Darius ‘de God van Daniël’. De God van iemand anders. En dat is nou net wat God niet wil; Hij wil jóuw God zijn! Hij wil een relatie met jou! Je kunt ondersteboven zijn van een wonder, daarmee wil God alleen maar met een soort megafoon in je oor roepen ‘hallo, hier ben Ik… heb je het nu nog niet door? Wil je me nog steeds ontkennen?’
Onze God is een wonderbaarlijke God. Elke dag opnieuw verricht Hij wonderen. Maar bovenal is Hij een God van relatie. Hij wil een relatie met jou, omdat Hij van je houdt.
In de Bijbel staan tal van wonderen. De mensen zochten Jezus op voor alle wonderen die Hij deed. Je kunt het geloven, je kunt het weg beredeneren (althans, een poging doen 🙂 ). God roept je voor je beste leven: door je te genezen, door geliefd te zijn, door…
God roept, God roept door een megafoon: ‘hallo geliefd kind van Mij! Zie je het niet? Schuif Mijn wonderen, schuif Mijn grootheid niet aan de kant. Laat je leven ondersteboven gaan doordat je mijn geliefde kind bent. Ik wil relatie, relatie met jou! ’