Zicht op hoop

Posted on Posted in Geloof, Leven

Romeinen 8:24 In deze hoop zijn we gered. Als we echter nu al zouden zien waarop we hopen, zou het geen hoop meer zijn. Wie hoopt er nog op wat hij al kan zien? 

Als een drenkeling in het water ligt en er ligt een reddingsboei naast hem zou het gek zijn als hij zegt: “Ik hoop dat ik gered wordt”. Hij hoeft alleen maar de reddingsboei te grijpen. Het is pas hoop als er nog geen boot in de omgeving te zien zou zijn.

Geloof werkt net zo. We weten dat we eeuwig leven hebben bij God en dat we na onze dood geen sterfelijk lichaam meer hebben, maar op dit moment terwijl jij dit leest, zit je in een sterfelijk lichaam. We hopen op een onsterfelijk lichaam, maar hebben dat nog niet, sterker nog we zien een lichaam dat ons steeds vaker in de steek laat als we ouder worden. Onze hoop is op God gevestigd en in wat Hij aan ons beloofd heeft: eeuwig leven met Hem. En terwijl wij voor Hem gekozen hebben is dat eeuwige leven al begonnen, maar nog wel met een sterfelijk lichaam.

Onze hoop op God is een vast vertrouwen in Zijn waarheid, en om onze hoop te verstevigen heeft Hij ons Zijn Geest geschonken (vs 23) opdat we vast zouden houden aan deze hoop. Doordat we het nog niet kunnen zien, maar (door Zijn Geest) wel weten, wordt onze hoop een vast vertrouwen en een zeker weten.

Ik hoop dat je het snapt