Job 1:1-3 In het land Us woonde een man die Job heette. Hij was eerlijk en trouw aan God. Hij had eerbied voor God en deed nooit iets verkeerds. Job had zeven zonen en drie dochters. Hij had ook veel vee: zevenduizend schapen en geiten, drieduizend kamelen, duizend koeien en vijfhonderd ezels. Verder had hij veel slaven en slavinnen. Hij was de rijkste man van het hele Oosten.

Het lijkt wel het begin van een sprookje waarvan wij het spreekwoord kennen: zo arm als Job. Maar voordat dit verhaal een nachtmerrie wordt is het uitgangspunt heel positief: Job was de rijkste man van het hele Oosten.

Veel mensen hebben moeite met het idee dat christenen of mensen die bij God horen rijk zouden kunnen zijn. Toch staat er heel duidelijk dat Job rijk was. Daarvoor staat echter eerst dat Job eerlijk en trouw was aan God en nooit iets verkeerd deed. Pas daarna staat er dat hij rijk was.

Rijkdom begint met het kennen van God en Zijn karakter. Hij is de Schepper van alles en als je er goed over nadenkt wel heel bijzonder dat Hij contact met jou wil. Vanwege wie Hij is wil je Hem volgen en gehoorzamen. En als we Hem volgen en gehoorzamen zal Hij ons rijkelijk zegenen. De volgorde is belangrijk: focus op God en niet op rijkdom.