1 Timoteüs 4:14-15 Gebruik de bijzondere gave die God je door zijn profetisch woord heeft gegeven, toen de leiders van de gemeente jou de handen oplegden. 15 Doe iets met die gave, zet je voor die taken in, zodat iedereen je vooruitgang zal opmerken.
Laatst las ik een biografie over Winston Churchill. Hij wordt ook wel genoemd de grootste orator aller tijden. Met andere woorden: zijn speeches waren messcherp en hadden levensgrote impact. We gebruiken nu nog begrippen zoals “het ijzeren gordijn” en het “Midden-Oosten”, zomaar twee termen die komen uit zijn speeches.
Maar Winston werd niet geboren met een mes in zijn mond en met gouden lippen en een zilveren tong. Integendeel. Als kind stotterde hij en kon hij moeilijk uit zijn woorden komen. Maar hij liet zich hierdoor niet tegenhouden. Toen hij tiener was besloot hij zijn leven te wijden aan de studie van woorden, en aan het formuleren van woorden.
Hij oefende, oefende, en oefende. Zoveel dat hij steeds scherper begon te spreken. Het werd opgemerkt, en uiteindelijk bracht deze gave hem aan het hoofd van een land, en werd hij premier van Engeland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij was toen 66 jaar oud.
Het talent voor spreken kan worden geoefend. Sterker nog: het moét worden geoefend. Paulus moedigt jonge Timoteüs aan om de profetische gave die hij heeft gekregen door handoplegging te ontwikkelen, zodat mensen zijn vooruitgang zullen opmerken.
Denk niet dat talentvolle sprekers pratend werden geboren. Maar alleen oefening baart kunst.
Welk talent kun jij verder ontwikkelen? En hoe ga je dat doen?