Leviticus 2: 9,10 De priester zal slechts een deel van het spijsoffer op het altaar verbranden, maar het hele offer zal God welgevallig zijn. De rest van het spijsoffer is voor Aaron en zijn zonen als het allerheiligste van de brandoffers voor de Here.
In dit hoofdstuk zien we de voorschriften voor het brengen van een spijsoffer aan God. Opvallend is het om te zien dat niet het hele spijsoffer werd verbrand voor God maar dat een gedeelte apart werd gehouden voor de priesters.
We zeggen in de kerk, breng je tienden aan God. Heb je er wel eens bij stilgestaan wat er met het geld gebeurt dat overal in de wereld bij de collecte wordt opgehaald? Heeft God zelf ons fysieke geld nodig? Volgens mij niet, hij is niet afhankelijk van ons.
Hoe mooi is het dat Hij het geld dat we opzij zetten voor Hem kan gebruiken door in het onderhoud te voorzien van de mensen die hem dienen. Zo dient het geld meerdere doelen:
1. Het zorgt ervoor dat wij erkennen dat alles wat wij hebben aan God toebehoort.
2. Het is God welgevallig, dat wil zeggen God wordt er blij van.
3. We ondersteunen de ‘priesters’, en daarmee het praktisch onderhoud van de kerk.