Deuteronomium 32:11-12a
Zoals een arend over zijn jongen waakt en voortdurend erboven blijft zweven, zijn vleugels uitspreidt en zijn jongen daarop draagt, 12 zo heeft de HEER zijn volk geleid, hij alleen

Dit is een regel die regelrecht uit het aanbiddingslied komt dat Mozes zong, vlak voor zijn dood. Al die jaren in de woestijn dat God voor zijn volk zorgde vergelijkt hij met een arend die zorg draagt voor zijn jongen.

Een arend die voor zijn jong zorgt is er wanneer het nodig is. Altijd in de buurt, dichtbij, heeft hij je in het oog. Tegelijkertijd geeft het het jong de vrijheid om zelf te leren vliegen.

Soms merken we niet dat God dichtbij is. Dat kan een positief teken zijn, want God kijkt toe hoe wij het doen. Mochten we vallen dan zal hij er als de kippen (okay, als een arend) bij zijn, om ons te vangen en verder te leiden.

Dus zorg niet, want God zorgt. Hij is altijd dichtbij en zal je op vleugels dragen wanneer het nodig is. Zo niet, dan ben je aan het leren vliegen.