1 Korinthiërs 14:1
‘Laat de liefde uw doel zijn, maar streef ook naar de gaven van de Geest, in het bijzonder naar het spreken namens God.’
In het leven kunnen we achter veel dingen aanzitten. In een kleine zin zitten we soms achter mensen aan die geld hebben geleend of als we wachten op een antwoord op een vraag. We zijn pro-actief wanneer we echt iets willen van een ander. We hebben het nodig en denken niet zonder te kunnen.
We hebben een doel. Iets waar we op dat moment voor leven.
Paulus schrijft in zijn brief aan Korinthe “laat liefde uw doel zijn.” En eerlijk gezegd was mijn eerste gedachte dat dit ging om onze liefde voor anderen. Alsof het een doel is om elkaar en anderen lief te hebben. Maar in de grondtekst wordt hier het woord ‘Agapé’ voor liefde gebruikt. Dat is de onvoorwaardelijke liefde die alleen van God de Vader kan komen.
In die context lees je deze zin dan ineens heel anders. Wat nou als het achterna zitten van Gods Liefde je doel is? Dat je niet meer focus hebt op wat wij voor anderen doen, waar we misschien tekort komen of onszelf met anderen kunnen vergelijken. Maar dat ons doel is om te ontvangen uit Gods onvoorwaardelijke liefde. Die nooit veranderd en voor iedereen gelijk is.
Ik geloof dat dat doel je vrij zet van prestatie, vergelijking, jaloezie en een druk van het achternazitten van iets wat steeds veranderd. Het geeft je rust en vastigheid. In een liefde die nooit veranderd.