Exodus 39:41 Ten slotte werd ook de kleding voor het werk in de tent bij Mozes gebracht, de speciale kleding voor de priester Aäron en de kleding voor zijn zonen.(BGT)
Als je Exodus leest dan lees je Gods plan voor een ontmoeting en woonplaats voor Zichzelf bij de mensen. Daar hoort, naast een Tabernakel, waskom, altaren, kandelaar en ark van het verbond, ook speciale kleding bij.
Als we naar ons werk gaan kleden we ons gepast, als we naar een feest gaan doen we feestelijke kleding aan, als we gaan klussen doen we werkkleding aan, als we gaan koken of barbecueën dan doen we een schort voor. Als we naar God gaan zeggen we vaak: “je mag komen zoals je bent.” En dus gaan we in ons zondagse pak, spijkerbroek, zomerjurkje, t-shirt of overhemd met korte mouwen naar de kerk voor een ontmoeting met God. En dat is oké.
Het gaat God niet zozeer om welke kleding je draagt, maar aan het proces waardoor je begrijpt wat je gaat doen: je klaarmaken voor een ontmoeting met Hem.
In Romeinen wordt gesproken dat wij priesters zijn(1 Petrus 2:9) en als wij ons klaarmaken om naar God te gaan nemen wij de namen van de mensen die wij bij God willen brengen op onze schouders (Ex 39:6 en 7) en op ons hart (vs 14) om tenslotte onze gedachten met waarheid te vullen dat God een Heilig God is (vs 30).
En dan kunnen we komen zoals we zijn.