Richteren 18:27-31
Daarna kwam de stam Dan met Micha’s goden en zijn priester bij de stad Laïs aan en zij overvielen de stad. De bevolking was nergens op bedacht en daarom konden ze de stad ongehinderd binnengaan, zij doodden alle inwoners en staken de stad in brand. 28 Niemand kwam de inwoners te hulp, want ze woonden ver van Sidon en er waren geen plaatselijke bondgenoten (…) 30-31 Zij zetten daar de afgodsbeelden neer en zo werden Micha’s afgodsbeelden door de stam Dan vereerd, zolang de tabernakel van God in Silo stond.
In dit hoofdstuk lezen we in vers 1 opnieuw “Ook de volgende geschiedenis had plaats in de tijd dat er geen koning in Israël was”.
Gods plan voor zijn volk was dat een godvruchtig koning met wijsheid en rechtvaardigheid het volk kon besturen, zodat het beschermd was voor goddeloos gedrag en geweld. Maar in de tijd van de rechters (ook wel richteren genoemd) deed iedereen wat goed was in zijn eigen ogen; er was geen koning. Zonder God, zonder koning en zonder visie vervalt een volk al snel tot bandeloosheid (Spreuken 29:18). We lezen hier zelfs over Isis-achtige taferelen die plaatsvinden. Wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon.
Het volk volgt afgoden en demonische geesten die aanzetten tot moord en geweld. Ook een hoofdstuk later is er nog niet veel verbeterd. Integendeel, wanneer je Richteren 19 leest dan heeft het lang geen “PG” rating. Gods volk, aangewezen op zichzelf, vervalt tot de ergst denkbare zondige staat. Los van God kom je los van menszijn zoals hij het bedacht heeft.