Nehemia 1:1, 4 In de maand kislew van het twintigste jaar, toen ik mij in de burcht van Susa bevond (…) ging ik huilend op de grond zitten. Ik rouwde dagenlang, ik vastte en riep de God van de hemel aan.
Nehemia weet precies hoe laat het is wanneer hij nieuws ontvangt uit Jeruzalem. Letterlijk. Hij schrijft in zijn verslag welke maand het is, waar hij zich bevindt, en wat hij vervolgens gaat doen. Dagenlang.
Een ontmoeting met God van één dag kan genoeg zijn voor een doorbraak. Een ontmoeting met God van een paar dagen kan de doorbraak brengen. Een wekenlange ontmoeting met God kan uiteindelijk de doorbraak geven. Maar één ding is zeker: nul minuten gespendeerd in Gods aanwezigheid geven geen doorbraak.
Hoeveel tijd hebben wij apart gezet voor God? Wanneer we bidden en vasten, hoe lang doen we dat dan? Tussen de lunch en het avondeten? Een schietgebedje voor het slapen gaan? God kan alleen werken met wat wij hem geven.
Geef hem je tijd. Geef hem je geld. Wanneer je hem € 1 geeft heeft hij € 1 om mee te werken. Wanneer je er € 10 geeft, heeft hij € 10 om mee te werken. Wanneer € 100, € 100, etc.
Wanneer je hem 1 minuut geeft heeft God 1 minuut om mee te werken. Geef je hem een uur, dan een uur. Daniël moest weken bidden om de doorbraak te zien. Ook Nehemia spendeerde dagenlang op zijn knieën. Zo werd uiteindelijk een hele stad, een heel land weer opgebouwd.
Hoe ver zijn wij bereid te gaan?