Het verhaal van Jakob is een van de beste verhalen over identiteit. Jakob wist niet wie hij was. Al vanaf het begin van zijn leven kroop hij in de huid van zijn broer en probeerde hij zich voor te doen als iemand anders. Hij zei twee keer tegen zijn vader,
Genesis 27:19a ‘Ik ben Esau, uw oudste zoon…’
Later zien we hem worstelen met God. Deze worsteling gaat niet alleen over wie Jakob denkt dat God is, maar vooral over wie Jakob denkt dat hij zelf is.
Genesis 32:26-28a Toen zei de Ander: ‘Laat Mij los, want het wordt dag.’ Maar Jakob hijgde: ‘Ik laat U niet los, voordat U mij hebt gezegend.’ 27 ‘Hoe heet u?’ vroeg de Ander. ‘Jakob,’ was het antwoord. 28 ‘Zo zult u niet langer heten,’ vertelde de Ander hem. ‘Voortaan heet u Israël…’
Waarom vroeg God aan Jakob hoe hij heette, dat wist God toch al? God vroeg het, omdat Jakob het niet wist. Hij krijgt vervolgens van God een nieuwe naam: “Jakob, dit is hoe je werkelijk heet: Israël. Jij hebt met God gestreden en gewonnen als een prins.”
God weet wie je werkelijk bent. Hij gaf aan Simon de naam Petrus.
Wat is jouw nieuwe naam?